Kort verhaal Last Christmas door Mariska Noordeloos
Hey lieve lezer van Mel’s Day. Eind augustus komen bij mij al de eerste kriebels nog even wachten en dan mag ik weer aan de slag voor kerstmis. Jup ik ben zo’n persoon die eind oktober haar kerstboom al neerzet en vervolgens elke week wel iets extra’s toevoegd voor kersmis. Het is dat mijn partner mij afremt want anders hadden we echt een over de top Amerikaans kersthuis gehad waar geen plekje niet in kerstsferen is. Nieuw sinds vorig jaar is wel de start van mijn kerstdorpje. Ik heb nog niet heel veel huisjes want deze zijn mega duur maar er komen er vast wat bij dit jaar. Maar waarschijnlijk pas na de kerst want dan kun je ze kopen met flinke korting. Maar goed November en December staan dus compleet in het teken van Kerstmis op mijn blog. Jup sinterklaas sla ik over ik ga gewoon gelijk door mer kerst. En bij kerst horen ook Kerstverhalen. Last Christmas is de eerste in een reeks van leuke korte kerst/winter verhalen.
Heel veel leesplezier.

Kort verhaal Last Christmas
Heden december 2022;
Steeds als ik het liedje van Wham hoor en de videoclip zie van; ‘Last Christmas’ dan krijg ik rillingen over mijn lijf terwijl ik altijd verknocht was aan dit liedje. Het was zo romantisch. Het liedje was echt mijn lijflied. Zeker zo rond de kerstdagen, maar ook in de zomermaanden zong ik het liedje vaak of zette ik hem op. Noem mij maar een masochist, nu zocht ik hem op YouTube op en keek en luisterde ik hem wel minimaal tien keer per dag als ik mij rot voelde. Om de pijn die ik had in mijn lijf een hogere dimensie te geven zeg maar. De videoclip was precies zoals mijn leven er toen uit had gezien.
Drie jaar geleden ontmoette ik Latso. De liefde van mijn leven. Een heerlijke vent die ik tegenkwam in een kroeg in Amsterdam. Heel cliché, maar ik botste tegen hem aan en als hij mij niet had opgevangen, was ik in een vrij volle kroeg languit gegaan. Ik keek hem in zijn prachtige bruine ogen en iedere vezel van mijn lijf reageerde gelijk, alsof er iemand in mijn oor schreeuwde: ‘Dit is jouw prins op het witte paard. Deze man wordt de vader van jouw kinderen!’ Mijn bovenarm, de plek waar zijn hand zat gloeide en er zong een engeltje in mijn hart. Geloofde ik in de liefde op het eerste gezicht? Nou, niet echt. Ik was zo’n boerentrien die de stelling droeg ‘liefde jarenlang moest groeien.’ Pas wanneer je samen oud was geworden, hulpeloos en huilend bij het graf stond van je partner kon je spreken van de liefde voor elkaar. Het kwam door mijn ouders. Zij verwisselden hun partners sneller dan een vieze onderbroek. Hoeveel nieuwe papa’s en mama’s ik had gekregen in de loop der jaren was niet met al mijn vingers en mijn tenen erbij te tellen. Vooral mijn moeder die wisselde ieder jaar wel minimaal een keer van man. Ze had ook een keer iets met een vrouw gehad. Niet lang, maar ze had tegen mij gezegd dat ze nooit had geweten dat ze verliefd kon worden op een vrouw. ‘Ella,’ zei ze tegen mij, ‘ik ben in mijn leven nog nooit zo gelukkig geweest. Met haar ga ik oud worden, stokoud. Wat ik met haar heb, heb ik nog nooit bij een man gevoeld, zij is het. Echt! Nu ga ik pas echt leven!’ Ik had alleen maar geknikt. Ik had netjes mijn hand uitgestoken en mij voorgesteld als Mirella, de dochter van. Haar naam sloeg ik niet op. Ik had net daarvoor besloten dat als mijn moeder het met de kerst nog aan had, dan zou ik mijn moeder vragen wat haar naam ook alweer was en dan pas zou ik mijn best doen om het te onthouden. Een week voor de kerst belde mijn moeder op en zei me dat het uit was.
Januari 2019
‘Kom nou Mirella, ga nou mee! Please! Ik beloof je dat we niet te laat teruggaan.’ opperde mijn vriendinnetje Anneloes en keek me hoopvol aan. Ik zat op de bank met mijn pyjama al aan. Anneloes had sinds “oud en nieuw” een nieuwe scharrel en daar had ze mee afgesproken. Ze wilde niet alleen de stad in. Als ik ergens geen zin in had was het om op zaterdagavond de kroeg in te gaan, midden op het Rembrandtplein. Ik had mezelf een weekendje vrij beloofd met een goede serie en een sloot vol witte wijn. Ik had de kerstdagen en het oud en nieuw net overleefd. Dat gezeik over het heen en weer gaan naar je ouders hing mij de keel uit. Diep in hun hart wisten ze dat ze beter met zijn tweeën verder hadden kunnen gaan, maar geen van beide wilde het uitspreken. Mijn vader had een één of andere rooie muts aan de haak geslagen, die in mijn ogen zo van de wallen was gekomen, mijn moeder zat alleen met haar zwarte kat die ik, nadat het uit was gegaan met troela, aan haar had gegeven. Ik had helaas geen broers of zussen die mij konden helpen in deze hel. Ik moest alles alleen doen, maar ik had ook de ballen niet om de situatie te veranderen. Dus ging ik braaf eerste kerstdag naar mijn vader die weer allemaal mensen had uitgenodigd. Van die leeghoofden waar ik niks mee had. Pap zei altijd dat hij kerst nodig had om te netwerken. Nou dat kon wel op zo’n dag als vandaag. De meeste gasten spraken geen woord Nederlands. De ene kwam uit Dubai, de andere uit Rusland. Wat moest hij toch met die mensen. Hij had toch een groot kantoor midden in Den Haag. Daar kon hij zijn pracht en praal toch al laten zien. waarom moest zijn huis tot in detail worden gestyled met kerst en moest alles zo overdone? Ik snapte het niet. Oke, ik wist dat mijn vader een hoop geld verdiende. Dat kon je wel aan de uithangbordjes zien. Als klap op de vuurpijl moesten we naar de kamer waar een zeven gangen menu werd opgediend door de duurste cateraar van Aerdenhout, opgedekt alsof je op het paleis van Koning Willem Alexander op bezoek was. Tweede kerstdag bij mijn moeder waar ik blij mocht zijn als ze een vers sneetje brood met wat vleeswaren had en omdat ik eerste kerstdag bij mijn vader was geweest vierde ik met “Oud op nieuw” bij mijn moeder. Tot op de dag van vandaag begrijp ik nog niet waarom eerste kerstdag bijzonderder is dan tweede kerstdag maar goed het ging al jaren zo en ik had me neergelegd bij het feit dat dit nog wel een aantal jaren kon duren. Oud en nieuw viel op een dinsdag. Ik was blijven slapen, ook al woonde mijn moeder in Purmerend en had ik makkelijk met de auto naar Amsterdam, waar ik woonde, kunnen rijden. Maar zoals altijd waar ik op hoopte kwam nooit. Waar hoopte ik op? Ik had geen idee. Een moeder die echt een moeder voor mij was. Niet de standaard lege vragen over hoe het met me ging en of ik al een vriendje had. Het had ook geen zin om haar te vertellen hoe ik mij voelde want ze luisterde toch nooit. Ze had het altijd over zichzelf. Hoe zij was behandeld in het huwelijk van mijn vader. Ging ik daarover met haar in discussie verloor ik het toch. Ik kon me nog goed herinneren hoe gelukkig mijn ouders samen waren. De mooie vakanties en het warme huis waarin wij woonde. Mijn moeder straalde toen die tijd echt geluk uit. Ze uitte dat in gezang. Mijn moeder had echt een mooie stem en vaak stonden mijn vader en ik stiekem naar haar te luisteren, want als ze doorhad dat wij er waren, stopte ze er mee en verontschuldigde ze zich altijd. Mijn vader had haar goed achtergelaten. Ik wist zeker dat hij nog steeds alles voor haar betaalde. Ze had een prachtig nieuw appartement midden in de binnenstad van Purmerend en geld genoeg om nog drie gezinnen te onderhouden zonder dat ze ergens op moest bezuinigen. Mijn vader was altijd gul geweest. In mijn jeugd maar ook nu nog kwamen wij niks tekort. Ieder jaar werd er een riante winstuitkering gestort op mijn rekening ondanks dat ik mij eigen boontje goed kon doppen. Mijn bedrijfje in snuisterijen verkocht goed, zeker toen ik een internetwinkel had geopend. Nee het was gewoon triest hoe ons hele gezin was verwoest door de scheiding. Ik had het nog wel eens aan mijn ouders gevraagd wat de reden was waarom zij niet meer verder met elkaar wilde, maar ik kreeg nooit een concreet antwoord. Mijn vader zei dat mijn moeder niet meer wilde, mijn moeder zei dat mijn vader zo was veranderd dat ze niet meer door een deur konden. Woensdagavond kon ik me pas bevrijden uit de klauwen van mijn moeder. Donderdag was ik naar mijn vader en zijn tuthola gegaan. Ook daar was het leeg en eenzaam. Ik voelde me eigenlijk net wees maar dan met ouders. Vrijdag moest ik de hele dag werken. Nu had ik eindelijk het weekend voor mezelf. Anneloes en ik deelde samen de flat die midden in de PC hoofdstraat stond. Mijn vader was eigenaar van verschillende gebouwen hier in Amsterdam en in andere steden door heel Europa heen. Hij verdiende zijn geld aan vastgoed wat hem geen windeieren had gebracht.. Het pand die ik van hem had gekregen was een van de grootste in de straat. Mijn appartement was ruim opgezet en samen met mijn winkeltje waar ik allemaal snuisterijtjes verkocht had ik niks te klagen. Anneloes was al vanaf kleins af aan mijn beste vriendinnetje geweest. We leerde elkaar kennen op de lagere school en wij deelde alles samen, dus het was heel gewoon om haar te vragen of ze met mij in mijn appartement wilde wonen. Anneloes was trouwens mijn enigste vriendin. Ik had het wel eens geprobeerd om meer vrienden te maken, maar als ze zagen hoe ik woonde in Aerdenhout veranderde ze op slag. Op sommige momenten had ik er spijt van dat ze bij mij in woonde. We deelde gewoon de laatste tijd teveel. Ze werkte bij mij in de winkel, ging met mij mee als ik moest inkopen in het buitenland. Af en toe vloog het me aan dat ik zo weinig privé over had. Natuurlijk wist ik dat ik het zelf had gecreëerd. Stiekem hoopte ik erop dat zij een vriendje zou krijgen zodat we eindelijk wat meer afstand van elkaar konden nemen. Dus gaf ik een diepe zucht en zei dat ik wel meeging.
Januari 2019
Zoals ik al voorspelde was het onwijs druk in de kroegen. We gingen naar Tante Roosje, een oud bruin cafeetje waar de tijd al jaren stil had gestaan. Midden bij de bar was er nog wat ruimte en nadat ik twee glazen witte wijn had besteld zag ik hoe Anneloes de omgeving scande. Aan haar gezicht zag ik de teleurstelling, hij was er nog niet. Jammer, ik had haar vriendje graag ontmoet. De muziek stond veel te hard en ik probeerde erover heen te schreeuwen .’ Hoe laat heb je met hem afgesproken?’ schreeuwde ik in haar oor. Anneloes tikte op haar horloge. ‘Een uur geleden!’ schreeuwde zij terug. ‘Verdomme! Straks komt hij niet en hij was zo leuk!’ Ik nam mezelf voor dat als hij er over een kwartier nog niet was, ik naar huis zou gaan. Anneloes zag een oude vriendin en zei tegen mij dat ze even naar haar toe ging om te vragen hoe het met haar ging en liep weg. Ik knikte nog maar dat zag ze niet eens. Even voelde ik me hier zo overbodig. Wat deed ik hier? Ik besloot nog even naar de wc te gaan en dan zou ik mijn fiets opzoeken en naar huis gaan. Ik was er klaar mee. Ze had toch ook even aan mij kunnen vragen of ik mee liep? Ik liep naar haar toe en tikte haar op haar schouder en gebaarde dat ik naar de wc ging , die achterin was. Ik gaf haar mijn glas en probeerde me tussen de mensenmassa door te wringen. Eenmaal bijna bij mij doel, wat al een hel op zich was, struikelde ik over, ik vermoedde, een stel voeten die in de weg stonden. Ik voelde dat iemand mij vastpakte en toen ik dankbaar omhoog keek, zag ik de mooiste ogen die ik ooit had gezien. Zijn ogen waren niet alleen bruin, het leek wel alsof er goud in zat. In gebrekkig Engels vroeg bruinoog mij of het goed met me ging. Ik kon geen woord uitbrengen. Ik was betoverd en onder de indruk van zijn ogen. Niet lang erna kreeg ik een duw in mijn rug van een man die waarschijnlijk ook struikelde. . De armen van mijn redder wisten mij goed vast te houden, anders was ik zeker voor de tweede keer gevallen, of eigenlijk voor de derde keer, want ik was als een blok voor hem gevallen. In het Engels vroeg ik hem of hij wat wilde drinken. Hij knikte en met een zwoele stem in mijn oor gaf hij te kennen dat hij wel een cola wilde. Even keek ik hem verbaasd aan. Hij grijnsde. Met een knipoog gebaarde hij dat hij nog moest rijden. Aan de bar bestelde ik het drankje en keek even of ik Anneloes kon zien. Ik zag dat ze druk in gesprek was met een man, dus mijn vermoeden was dat haar afspraakje was gearriveerd. Achter in de hoek was nog wat ruimte en ik gebaarde mijn redder of hij daar wilde gaan staan. Hij stak zijn duim op. Hij was best breed gebouwd ging er door me heen. Niet heel groot, maar dat was ik ook niet. Ik liep met mijn glazen door de menigte en voegde me bij hem. Hij pakte zijn telefoon en met “google translate” vertelde hij mij dat hij Latso heette en dat hij voor zaken in Amsterdam was. Hij kwam uit Ukraine. Hij verstond wel goed Engels maar sprak het niet geweldig. Latso had mij een hoop te vertellen. Het vertaalprogramma “translate” deed zijn best, maar er kwamen ook een hoop hilarische teksten op zijn scherm waarvan wij steeds de slappe lach kregen. Zo probeerde hij mij uit te leggen wat voor werk hij deed, ik kwam er maar niet achter. De ene keer was hij een huurmoordenaar en als ik dat dan vertaalde in het Engels dan lag hij helemaal in een deuk, de andere keer was hij een modeadviseur of een drugsbaron wat ook niet waar was. Hij zou me het morgen wel laten zien, zei hij in het Engels. Na een lading wijn, cola en een paar vlinderkusjes, vroeg hij aan mij of ik met hem mee wilde naar een andere locatie. Normaal was ik niet zo’n meisje dat zomaar mee ging met een wildvreemde maar ik kon tegen hem geen nee zeggen. Even hoorde ik de stem van mijn vader zeggen, ‘Niemand is te vertrouwen, dus ga nooit alleen op je intuïtie af,’ maar ik negeerde het. Latso was erg lief en attent en ik geloofde echt niet dat hij kwaad in de zin had. Het voelde zo goed en zo vertrouwd. Ik vertelde hem in het Engels dat ik even naar mijn vriendin zou lopen en dat ik tegen haar zou zeggen en dat wat mij betreft we weg konden. Latso liep voor me uit. Het leek wel alsof de hele kroeg voor hem aan de kant ging waardoor het makkelijker werd om door de mensenmassa heen te lopen. Anneloes stond vlak bij de ingang. Ik zag dat ze in gesprek was met een goed uitziende man, toevallig met een mobiel in zijn hand. Even ging er door mijn gedachte heen, zouden de mannen vrienden zijn? Dat zou toch wel heel grappig zijn. Twee vriendinnen die samen met twee vrienden verkering kregen. Even voelde ik me blozen. Wat was ik nou aan het doen? Ik die nooit twee keer met dezelfde man ging daten, zat nu al te dromen over een relatie? Ik kende hem niet eens. Straks was hij wel een huurmoordenaar of een drugsbaron. Of wist hij wie mijn vader was en ontvoerde hij mij voor een dikke tas met duiten. Anneloes vloog me om mijn nek en deed net alsof ze me al jaren niet had gezien. Haar ogen stonden behoorlijk glazig. Had zij nu al te diep in het glaasje gekeken?. Met een dubbele tong stelde ze haar vriend aan mij voor. Een lange knappe man van midden dertig gaf mij een hand en met dezelfde gebrekkig Engels als Latso vertelde hij mij dat hij Vadim heette. Latso gaf Anneloes een hand en stelde zich aan haar voor. Ik zei tegen Anneloes dat ik met Latso even een blokje om ging en dat ik niet wist hoe laat ik thuis zou komen.

Kerst 2019
‘Last Christmas, I gave you my heart’ zong ik in volle borst mee. Ik had Sky radio aanstaan. Wat had ik een fijn jaar achter de rug met nog een mooie skivakantie in het vooruitzicht samen met Anneloes, Vadim, Latso, en nog een paar vrienden van Latso en Vadim. Na het eerste avondje stappen waren Latso en ik een stel geworden, evenals Anneloes en Vadim. Latso had mij net verteld dat we met de kerst naar Oostenrijk gingen. Daar had hij een chalet gehuurd boven op een berg. Hij grapte wat dat het er net zo uitzag als in de videoclip van mijn favoriete band Wham. Ik was in mijn leven nog nooit zo verliefd geweest als op deze man. Als hij voor een paar weken terug moest naar zijn eigen land was ik er letterlijk ziek van. Ik at mijn eten niet en huilde aan een stuk door, totdat hij weer terug was. Ik begreep nog steeds niet heel goed wat voor werk hij deed. Hij had mij al diverse keren proberen uit te leggen dat hij voor zichzelf werkte, hij deed zoiets als mijn vader maar dan anders. Wat hij anders deed kwam ik niet achter. Hij smeet met geld alsof het niets was. Hij kocht in de maanden dat wij met elkaar gingen twee keer een dikke auto en tikte hem contant af alsof hij brood bij een bakker betaalde. We aten in de duurste restaurants en als we in een winkelstraat liepen konden we geen juwelier voorbij lopen zonder er binnen te zijn geweest. Wel had hij heel veel telefoontjes. Ik verstond er geen woord van wat hij zei; soms sprak hij heel boos met wilde gebaren. Tegen mij was hij altijd lief en heel attent. Anneloes en ik hadden het er vaak over hoe gelukkig wij waren. Vadim was uit hetzelfde hout gesneden als Latso. Ook hij smeet met geld alsof het niks was. Ik had zelf best wel een goed gevulde bankrekening, maar zoals deze mannen geld uitgaven, zou ik binnen een paar maanden failliet zijn. Toen ik tegen Latso zei dat ik even naar mijn moeder moest omdat zij nog de meeste skispullen van mij had, zei hij dat dat niet noodzakelijk was. In het huisje was alles wat ik nodig had. Ik hoefde zelfs geen schone onderbroek mee te nemen, zei hij lachend. Op kerstavond stonden Anneloes en ik te wachten tot de mannen ons kwamen halen. Tot onze verbazing werden we opgehaald in een grote limo. Net als in de video reden we met Jeeps de bergen in totdat we bij een skilift aankwamen die ons meenam hoog de bergen in. De wereld leek wel op een ansichtkaart die je altijd met kerst krijgt. Overal waar ik keek zag ik sneeuw en bergen. Dit was toch wel het ultieme wintergevoel. Ik hield van de winter. Vroeger ging ik ook vaak met mijn ouders skiën in diverse landen, maar dit was toch wel het mooiste plekje wat ik ooit had gezien. Het was echt alsof ik zelf in de clip was verschenen. Het enige verschil was dat in de clip de kerstboom nog moest worden opgezet en hier stond hij al. Jammer ging er door mijn gedachte. Het romantische stukje dat George Michael de kerstslinger laat vallen vond ik altijd zo typerend voor de romantiek. Voor de rest leek alles precies zoals op de clip. De vrienden van Latso waren erg aardig en behulpzaam. Al met al was het een heerlijke week die voor mij nog langer had mogen duren. De pistes waren super; niet te hoog, veel blauw en rood. Ik kon goed skiën maar ik hield er niet van om van de zwarte pistes af te gaan. Het was me te stijl en ik had altijd het gevoel dat ik mijn benen nooit op tijd om kon zetten. Latso ging op de laatste dag met iedereen of piste. Ik vond het onverantwoordelijk, maar hij verzekerde mij dat hij dat in Oekraïne zo vaak deed. Gelukkig kwamen ze allemaal weer heelhuids thuis. De laatste avond was Latso zichzelf niet. Hij bleef maar ijsberen en keek om de haverklap naar buiten. Ik had al een paar keer gevraagd of er iets was, maar ik kreeg daar geen antwoord op. Door gebruik te maken van google translate maakte hij mij duidelijk dat ik dicht bij de achterdeur moest gaan zitten. Het waarom was mij niet geheel duidelijk. Aan zijn blik zag ik dat ik geen vragen moest stellen.
Ineens gebeurde er van alles. De voordeur vloog open en er kwamen twee mannen met geweren onze kamer binnen. Ik hoorde Anneloes en de anderen gillen. Ik zag in mijn ooghoeken dat Vadim een pistool pakte. Latso schreeuwde naar me. ‘Vlucht Mirella!’ Gewoon in het Nederlands maar dat besefte ik toen nog niet. ‘Ren naar de auto die in het schuurtje staat. Alles wat je nodig hebt ligt in de auto. Ga en kijk niet achterom. Even twijfelde ik. Moest ik de anderen niet meenemen dan? Anneloes? Ik hoorde een machinegeweer afgaan en zag in slow motion, hoe het lijfje van Anneloes werd geraakt door de kogels. Vadim probeert zich nog te verdedigen, maar de inslag van de kogels zorgen ervoor dat hij met een klap op de grond viel. Latso gaf nog een laatste schreeuw naar mij dat ik weg moest rennen voordat hij de volgende was waar de schutter op zou schieten. Even keek ik naar het gezicht van de man die schoot. Ik kende hem. Hij was een vriend van mijn vader waarbij ik altijd het gevoel had gehad dat deze juist niet te vertrouwen was. Ik had het ook wel eens tegen mijn vader gezegd waarop hij dan antwoordde: ‘niemand is te vertrouwen Mirella, soms heb je gewoon geen keus om mensen te negeren. Aleksandr is zo’n iemand. Ik zie hoe hij zijn loop op mij richt. Mijn intuïtie had toch gelijk gehad, ging er door mij heen. Ik trok een spurt naar buiten en ik hoorde de anderen gillen. Eenmaal buiten zie ik een man staan en even sta ik stil. De man richtte zijn geweer op mij. Verstijfd bleef ik staan, wachtend op wat er ging komen. Kort ging er door me heen; zouden de kogels pijn doen? Achter mij hoorde ik een bekende stem, vervolgens een harde knal en de man die voor me stond viel in de witte sneeuw waar wij ‘s middags nog een sneeuwballengevecht hadden gehouden. Ik draai me om en zag mijn vader achter me staan. ‘Vlucht Ella!’ schreeuwde hij. Weer hoorde ik de salvo van het machinegeweer; mijn vader stortte ter aarde. Eenmaal bij het schuurtje aangekomen wist ik, met trillende handen, de motor te starten. De SUV brulde het uit. Net als in de film reed ik als een bezettende dwars door de schuur hopelijk mijn vrijheid tegemoet. In mijn binnenspiegel zag ik dat het huis in lichterlaaie stond.
Heden december 2022;
Mijn hersenen snappen het nog steeds niet. Het is nu al een paar jaar geleden en toch kan ik nog steeds niet bevatten wat er die laatste avond was gebeurd in Oostenrijk. Steeds draai ik de film af in mijn hoofd maar ik vat het gewoon niet. De psychiater van mijn privé kliniek zegt steeds dat ik nog in een shock verkeer en dat pas wanneer dat verdwijnt ik kan beginnen met rouwen. Iedere dag vouw ik vijf krantenpagina’s met rouwadvertenties open. De eerste, doorweekt met mijn tranen, was van Anneloes. Boven op de advertentie staat; Ze was nog maar zesentwintig. De tweede advertentie was van Latso. Ik heb hem vertaald en daar kwam uit naar voren dat de doodsoorzaak een noodlottig ongeval was. De derde was van Vadim. Daarin schrijft de vertaling; samen met zijn beste maatje. De vierde ging over mijn vader. Op de vijfde rouwadvertentie stond in sierlijke letters mijn naam geschreven. In de auto lag een nieuw paspoort met mijn nieuwe identiteit gelegen. Maandenlang ging het journaal alleen maar over mijn vader, Vadim, Latso en die Aleksandr en over de georganiseerde misdaad. Ik was alleen maar genoemd als de dochter van een zware crimineel die haar pandje op de PC Hooftstraat had gekregen voor het witwassen. Ik was zo blij dat ik hier in Zwitserland anoniem verder kon gaan met mijn leven.
Bram, mijn begeleider, kwam binnen. Hij zag mijn tranen en ging even bij me zitten. ‘Kom Mirella, zullen we even een stukje lopen?’ Eerst wilde ik tegen hem zeggen dat morgen de sterfdag was van mijn dierbare, maar toch knikte ik. De kliniek waar ik vertoefde stond in Zwitserland midden in de bergen. Ik was lukraak gaan rijden en was in Zwitserland geëindigd. Ik had mijn moeder gebeld en haar verteld wat er gebeurd was. Mijn moeder was gelijk gekomen en had gezien hoe ik eraan toe was. Zij had geregeld dat ik hier terecht kon en het voelde goed. Vandaag zou ze weer langs komen. Sinds de scheiding met mijn vader had ik een moeder gehad die de titel van mama niet verdiende maar sinds de aanslag zoals ze het hier noemden was mijn moeder weer de moeder die ik me als kind kon herinneren. Warm, liefdevol en altijd denken in oplossingen. Mijn moeder en ik voerden, sinds ik hier behandeld werd, vele gesprekken. Ik snapte haar nu beter dat zij degene was geweest die wilde scheiden van mijn vader. Pap zat de laatste jaren vast in de onderwereld. Hij dealde met de duivel, zei mijn moeder dan. Het bleek dat Vadim en Latso in dienst waren van deze duivel, genaamd Aleksandr, een wapenhandelaar uit Oekraïne die pandjes van mijn vader kocht om de boel wit te wassen. Mijn vader wilde eruit stappen, maar volgens mijn moeder wist hij te veel en zat hij er te diep in. Latso en Vadim moesten, doordat ze met Anneloes en met mij omgingen, druk op mijn vader leggen. Het bleek volgens haar allemaal een opgezet plan te zijn geweest. De ‘toevallige’ ontmoeting in Tante Roosje was met voorbedachte rade geweest. Latso bleek in Oekraïne een vrouw en twee kinderen te hebben. Latso had een Nederlandse moeder gehad, en een Oekraïense vader vandaar dat hij op het einde vlekkeloos Nederlands tegen mij had gesproken. Mijn hele relatie was gebaseerd geweest op leugens. Ik geloofde hem echt wanneer hij tegen mij zei dat hij van mij hield. Het voelde zo oprecht. Mijn vader was een dag voordat de aanslag werd gepleegd gebeld en er werd hem verteld dat er wat ergs met mij was gebeurd en dat hij naar het chalet moest komen om mij op te halen. Ik vond het maar een slappe smoes, maar mijn vader trapte erin. Hij had mijn moeder gebeld en haar alles opgebiecht. Hij vreesde voor zijn maar ook voor mijn leven. Pap had met Latso een deal gesloten; zijn leven voor die van mij. Dat het hem was gelukt. Vandaar dat de auto voor mij klaar stond en dat die schutter niet op mij schoot maar op mijn vader. Ik had geen idee wat nou beter was geweest. Zou ik ooit nog weer iemand vertrouwen. Ik wist dat ik nog een lange weg te gaan had. Ik was het vertrouwen in de liefde nu helemaal kwijt. Rouwen wilde ik niet. Alleen om Anneloes. Om wie moest ik nog meer rouwen? Latso? Mijn vader? Alles was op leugens gebaseerd. De winter zou nooit meer iets speciaals hebben zoals ik vroeger van de winter genood. Nu zag ik er als een beer tegen op; tot mijn dood zou ik rond de kerstdagen met deze herinnering geconfronteerd worden.
Bram liep voor me naar buiten, het sneeuwde. Grote witte vlokken vielen naar beneden en het landschap was adembenemend. Bram begon te neuriën: ‘Last Christmas.’
Super bedankt Mariska Noordeloos voor je winterse verhaal Last Christmas. Ik vond hem weer erg leuk! Vind jij dat ook vergeet dan niet om ook eens een van de boeken van Mariska te gaan lezen.
Heel veel liefs, Melanie
Benieuwd geworden naar nog meer korteverhalen? lees dan ook eens De magische beker van Elly Vos
*** Let op bloggen is een hobby voor mij, ik heb dan ook niemand die mijn teksten na kijkt op spelling want dat zou mij een paar 100 euro in de maand kosten. Ik heb dyslexie dus de kans is groot dat er hier en daar een spelfoutje in de tekst staat. Ik doe er alles aan om deze te voorkomen maar helaas is dat niet altijd mogelijk. ***