Kort verhaal: De witte panter deel 1 door Jolanda Pikkaart en Esther van der Ham

Hé, lieve lezers van Bookstamel. Het is weer zondag en dat betekent dat het tijd is voor een nieuw kort verhaal. En dit keer is het een wel heel speciaal verhaal. Dit korte verhaal bestaat namelijk uit twee delen. Een deel kun je vandaag lezen en het vervolg volgende week zondag. Dit verhaal is dan ook niet door 1 maar 2 auteurs geschreven. De witte panter, zo heet het. Hoe dit zo tot stand is gekomen? Nou, heel simpel. De opdracht was een sprookje voor Jolanda en dieren in de hoofdrol voor Esther. Samen schreven ze een sprookje in 2 delen met een dier in de hoofdrol.

Esther van der Ham schreef vijf psychologische romans in één serie, de C-serie (Controle!, Contact!, Confrontatie!, Censuur en Carrousel) en twintig kinderboeken zoals de koningin met groen haar en dierenoptocht in Londen. Ook heeft ze een aantal kinderboeken geïllustreerd. Ze is eigenaar van Droomvallei Uitgeverij uit Breda. Met haar uitgeverij ondersteunt Esther graag goede doelen zoals boeken voor vluchtelingenkinderen in kampen op Lesbos en in Libanon. Carrousel werd opgenomen in de Vriendin Thrillergids van 2021 als een van de 50 beste thrillers van het jaar. Daarnaast geeft Esther creatieve cursussen.

Jolanda Pikkaart is auteur en de kleurrijke schrijfcoach. Ze schreef diverse korte verhalen in verhalenbundels en 4 non-fictieboeken. Met ‘Ik heb altijd schrijfinspiratie’ inspireert ze om te schrijven, of dat nu een blog, gedicht of boek is. Samen met Esther schreef ze de Boekplanner en Zorg dat jouw boek er wel komt’. ‘Met je smartphone het bos in’ is een boek voor iedereen die digitale middelen wil inzetten om kinderen vaker de natuur in te krijgen.

Esther en Jolanda zijn de initiatiefnemers van De kleurrijke schrijvers. Dit speciale traject is voor schrijvers die nét iets meer willen maken van hun boek. 

De witte panter deel 1

De groene ogen van de panter in het schilderij aan de muur staren Tim indringend aan, veel meer dan normaal. Meestal let hij vooral op de vrouw aan wiens voeten de panter ligt, omdat zij hem mateloos boeit. Iets in haar blik heeft hem geraakt en het lukt hem niet om het los te laten. Hij heeft zelfs gemerkt dat hij af en toe, als alle gasten zijn pub verlaten hebben, tegen haar praat. Het is niet handig als het schilderij te belangrijk voor hem wordt. Het is tenslotte maar een onderpand. Hij negeert het. Hij wil naar bed. Het was een lange, drukke avond geweest in zijn pub. Toch laat het schilderij hem niet los. Vanuit zijn ooghoeken blijft hij kijken als hij de tafel ervoor schoonveegt. Zijn hart staat stil als hij gekraak hoort en de oude deur naar de gastenslaapkamers opengaat. Rachid, op dit moment zijn enige gast, staat in de deuropening.

‘Goedenavond,’ groet Rachid en hij gaat aan de tafel voor het schilderij zitten.

Tim slikt, liever kwetst hij niemand, maar hij moet het toch nog een keer vragen. ‘Jij zei dat het schilderij zo kostbaar was. Daarom heb ik het geaccepteerd als onderpand voor de huur. Maar ik wacht nu al 3 weken en er gebeurt niets. Wanneer krijg ik mijn geld?’

De afwezige blik van Rachid raakt hem, Tim voelt zich onmiddellijk weer schuldig. ‘Heb je nog niets over je zus gehoord?’

‘Nee, ze is nog steeds spoorloos. Het is onbegrijpelijk. Ik heb overal gezocht, in alle hoeken en stegen van Londen. Ik ben in de winkelstraten geweest en in de achterbuurten. Soms dacht ik dat ik haar ergens zag, en elke keer weer werd ik teleurgesteld. Ik mis haar zo. We waren maatjes, sinds onze ouders omkwamen bij dat auto-ongeluk hadden we alleen elkaar nog. Nu heb ik niemand meer.

‘Heb je er geen spijt van dat je haar hebt meegenomen naar Londen?’

‘Ja, maar we hadden geen keus. De notaris schreef dat we meteen moesten komen omdat er nieuwe ontwikkelingen waren met het testament. We moesten de hele nacht doorrijden in de storm. Die regen en onweer. Ik vergeet het nooit meer. Het water droop langs mijn pak zo mijn laarzen in.’

‘Gelukkig ben je inmiddels weer opgedroogd.’

‘Dankzij jou, ja. Ik ben zo blij dat je me binnenliet toen ik midden in de nacht aan je deur klopte op zoek naar onderdak. Ik werd overal weggestuurd, alsof ik een zwerver was. Ze moesten eens weten.’

Tim kijkt hem opmerkzaam aan. ‘Ze moesten eens weten? Wat bedoel je?’

‘Laat maar. Mijn zus, ik moet haar vinden. Waar kan ze zijn?’

‘Vertel nog eens hoe ze eruit ziet? Je hebt het toen wel verteld, maar de details ben ik kwijt.’

Er komt een vochtige waas over de ogen van Rachid. ‘Ze is zo bijzonder. Haar donkere krullen zaten onder een zwart met groene motorhelm, net zo groen als haar ogen. Toen ik stopte was het pikdonker in de straat, we zagen niets. Daarom weet ik niet meer precies waar het was.’

Tim houdt zijn adem even in, hij wil Rachid niet in zijn verhaal storen.

‘Het was niet veilig meer om te rijden. Ik wilde haar voorstellen om even ergens te schuilen en iets te eten. Maar toen ik omkeek,’… zijn stem breekt.

Zwijgend schenkt Tim voor hen allebei een Guinness in. Hij staart naar het donkerbruine bier, het witte schuim knispert zacht.

‘Ze was weg. Ze zat niet meer achterop de motor. Ik heb niks gevoeld van haar verdwijning. De wind was zo hard dat ik al mijn aandacht nodig had om op de weg te blijven.’

Een bliksemflits verlicht het schilderij aan de wand. De panter op het schilderij ligt aan de voeten van een Arabische vrouw, gekleed als een prinses. Op een berg aan de horizon staat een kasteel. Een kronkelige weg omgeven door cipressen leidt er naartoe. Op de top van het kasteel staat een duister figuur.

Rachid praat verder als de donder is verstomd. ‘De weg kronkelde door de stad. De keitjes waren spekglad. Ik kon het stuur van de motor amper vasthouden, omdat mijn handen zo verkleumd waren. Heeft ze geschreeuwd of geroepen? Ik heb het niet gehoord. Ze is weg. Drie weken al. Hoe kan het?’

‘Heb je de ziekenhuizen gebeld? Als ze is gevallen zou ze daar moeten zijn.’

‘Natuurlijk’. Rachid draait verstoord zijn hoofd weg richting het schilderij.

‘Als ik iets voor jullie kan doen…’

‘Zo fijn dat je altijd anderen wilt helpen. Het komt vast goed. Je speelt een belangrijke hoofdrol. Maar nu ga ik naar boven en slapen.’

‘Hoofdrol, wat bedoel je?’

‘Niet nu.’ De treden kraken bij elke stap die hij naar boven zet, vergezeld van het geluid van donder buiten.
Opnieuw verlicht een bliksemflits de ruimte en vooral het schilderij. De klap van het onweer trilt na door de donkere kroeg. Tim sluit het laatste raam. Er lijkt iets te prikken in zijn rug. Hij draait zich om. De ogen van de witte panter glinsteren gevaarlijk. De vrouw lijkt waarschuwend haar handen te heffen. Tim kijkt nog eens goed. Staat die donkere schim nu op een andere toren van het kasteel? Dan valt het licht uit en wordt het pikkedonker in de pub.

Nou Jolanda en Esther ik ben echt superbenieuwd naar het volgende deel want De witte panter deel 1 is al veel belovend :). Zoals ik hier boven al zei, komt deel 2 volgende week zondag online! Dus tot dan.

Liefs, Melanie

Meer korte verhalen lezen? Bekijk dan eens De sage van de Vos geschreven door Larissa Klein Bennink.

*** Let op bloggen is een hobby voor mij, ik heb dan ook niemand die mijn teksten na kijkt op spelling want dat zou mij een paar 100 euro in de maand kosten. Ik heb dyslexie, dus de kans is groot dat er hier en daar een spelfoutje in de tekst staat. Ik doe er alles aan om deze te voorkomen, maar helaas is dat niet altijd mogelijk. ***

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Janneke schreef:

    Prachtige illustratie en intrigerend kort verhaal. Ben zeer benieuwd naar het vervolg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *