Top 5 Nederlandstalige SF boeken

Hey, lieve lezer van Mel’s Day! Ik ben gek op top 5 lijstjes of het nu gaat om je 5 favoriete fantasie boeken of 5 boeken om lekker op het strand te lezen. Nu kan ik al die lijstjes heel goed zelf samenstellen. Maar nog leuker is het om mensen te vragen die veel verstand hebben van bijvoorbeeld een speciaal genre. Zo Is deze Nederlandstalige SF Lijst gemaakt door auteur Johan Klein Haneveld. Johan schrijft zelf geweldige sf en fantasie boeken, maar is ook iemand die zelf graag leest. Dus toen ik hem vroeg of hij deze top 5 Nederlandstalige sf boeken voor mij wilde maken zei hij gelijk, ja! Dus ik wens jullie heel veel leesplezier.

Top 5 Nederlandstalige sf boeken

In het Nederlands wordt niet bijster veel sciencefiction geschreven, maar door de jaren heen zijn er toch Vlaamse en Nederlandse auteurs die zich aan dit genre wagen. In geen ander genre zijn namelijk maatschappelijke ontwikkelingen op dezelfde manier aan de kaak te stellen, kunnen de gevolgen van wetenschappelijke ontdekkingen worden doordacht of kunnen andere werelden worden verkend. Er is ook bij ons genoeg te vinden om een top 5 samen te stellen, zelfs een top 10!

1. ’Werelden onder de horizon’ (Carl Lans, 1970). Volgens de achterflap is dit de eerste bundel oorspronkelijke Nederlandse sciencefictionverhalen. Ik las hem voor het eerst als tiener en de verhalen maakten op mij grote indruk. De bundel is zo opgebouwd dat hij dicht bij het heden begint en vervolgens naar een verre toekomst toewerkt. Er zijn hier geweldige ideeën te vinden, die ook indrukwekkend zijn uitgewerkt, zoals in ‘Absurdis’ waarin mensen plotseling worden verkleind en de oppervlaktespanning van een waterdruppel al een bedreiging wordt, of ‘Aan de grote vlak’ over tweedimensionale wezens. Of ‘Egeïsche zee’ waar mensen op elkaar zitten in woonellen van geautomatiseerde pyramide-steden. Veel afwisseling dus.

Een ander al wat ouder SF-werk dat op mij als jonge lezer veel indruk maakte, was ‘Torenhoog en mijlenbreed’ van Tonke Dragt. Ja, voor wie het nu leest doen de SF-elementen misschien wat ouderwets aan, maar de beschrijvingen van het weelderig groeiende oerwoud op Venus (en de Aarde waar alle bossen zijn verdwenen) blijft indruk maken. Dit boek laat ook zien dat er al vanouds een milieubewust element aanwezig is in de Nederlandstalige SF.

2. ’Koepel Goes’ (Charles van Wettum, 2024). Klimaatverandering houdt Nederlandstalige SF-schrijvers de laatste jaren flink bezig. Dat is logisch, want een heel deel van ons grondgebied ligt onder de zeespiegel. Bovendien zijn we afhankelijk van landbouw en dat wordt met verzilting of uitdroging ook moeilijk. Charles van Wettum heeft een eigen toekomst waarin meerdere van zijn verhalen gesitueerd zijn, waarin in het ondergelopen westen van Nederland mensen in koepelsteden leven. ‘Koepel Goes’ betreft de kleinste van deze koepels, gebouwd op de plek van Goes, waar de mensen dicht op elkaar leven. Daar gaat ook van alles mis en de detective Sherlock met zijn hond Rex moet er verschillende keren aan te pas komen om alles in de rechte banen te leiden. De bureaucratische rompslomp van het koepelbestuur en de eigenwijze Nederlandse mentaliteit zijn goed weergegeven.

Als we het hebben over klimaatfictie van Nederlandstalige auteurs mag de eerste Ziltpunkbundel niet ontbreken. ‘Orkaanhoeders en dijkenfluisteraars’ van Tais Teng en Jaap Boekestein bevat fantasievolle toekomstverhalen over werelden waarin klimaatverandering de wereld ingrijpend veranderd heeft, maar waar Nederlanders op hun eigen manier toch kans zien te floreren. Met veel knipoogjes naar de Nederlandse cultuur, grootschalige technologie en ondernemende karakters blijft de lezer van deze verhalen tot het eind geboeid.

3. ’Zwartruimte’ (Jasper Polane, 2022). In het SF-genre is het gevoel van verwondering (‘Sense of wonder’) een belangrijk element. De lezer wil dingen tegenkomen waar hij of zij zelf nooit aan gedacht had, die hem of haar verbazen, die het denken en de verbeelding prikkelen. Hoe grootschaliger, hoe beter, wat mij betreft. Jasper Polane weet dat te bereiken in zijn roman over een toekomstige beschaving die tijdreizen heeft toegepast om de geschiedenis van de aarde te kunnen beïnvloeden. Eigenlijk wordt het heelal steeds opnieuw geherprogrammeerd. Alleen sommige individuen kunnen dat, zij leven eigenlijk een bestaan in een extra dimensie. Wat dit verhaal zo goed doet werken is ten eerste de mooie schrijfstijl van de auteur, met personages met wie je meeleeft, maar ook de overvloed van historische details. Je valt tijdens het lezen van de ene verbazing in de andere.

Ook Roderick Leeuwenhart houdt van grootschalige SF. In zijn deel van de reeks ‘De Zwijgende Aarde’ – ‘De Heren XVII’ – beschrijft hij een ruimteoorlog tussen de Aarde en Saturnusmaan Titan. Zijn liefde voor en kennis van Japanse fictie is bij de gevechten tussen mechs duidelijk voelbaar. Maar hij weet ook de ervaring van een personage met ADD prachtig te verwoorden.

4. ’Het duizend eilanden experiment’ (Frank van Dongen, 2021) is het eerste deel van de vierdelige serie ‘De ontdekking van de mens’. Het gaat in SF niet alleen maar om avontuur, of om karakterbeschrijvingen. In essentie is SF ideeënliteratuur. ‘Science’ is niet voor niets deel van de naam van het genre. De beste SF wordt geschreven door wetenschappers die diep hebben nagedacht over de ontwikkelingen in hun vakgebied en in de maatschappij als geheel en die doortrekken naar de toekomst. Dat hun proza soms wat hapert en hun personages oppervlakkig zijn, doet er dan niet veel toe. Van Dongen heeft vanuit zijn achtergrond als evolutiebioloog goed gekeken naar de huidige trends en hoe die inwerken op de prehistorische achtergrond van de mensheid en de wetten van de evolutie. De toekomst die hij schetst is niet echt rooskleurig, en dan wordt de mensheid ook nog eens bedreigd door verschillende rassen uit de ruimte …

Een heel ander aspect van de SF komt aan de orde in ‘Het sterrensnoer’ van Mark Laurence. Dit is science-fantasy in de geest van Jack Vance, over een wereld waar mensen zich in talloze verschillende beschavingen hebben afgesplitst met hun eigen mores en eigenaardigheden en waar zowel wetenschap als magie realiteit zijn. Het begin is wat stroef geschreven, met veel lange zinnen, maar tegen het einde wordt het echt meeslepend.

5. ’Het groene kristal’ (Esther Wagenaar, 2018). Het is jammer dat deel 3 van de ‘Terra 7’-serie van Esther Wagenaar nog niet verschenen is, want deel 2 was nog beter dan dit deel 1 en ik leefde mee met de personages. Dit boek laat goed zien hoe breed het SF-genre ook in ons taalgebied eigenlijk is. ‘Het groene kristal’ is een ‘planetary romance’. Ruimtereizigers stranden op een planeet die lang geïsoleerd is geweest en waar de bewoners zich in verschillende beschavingen hebben verdeeld. In dit verhaal staan menselijke relaties centraal in plaats van techniek en waar emoties belangrijker zijn dan rationele speculatie. Je zou het kunnen beschrijven als ‘sociologische SF’, waarin verschillende samenlevingsvormen onder de loep worden genomen.

Ook ‘De geestenmeesters’ van Anna López Dekker is ‘anders dan anders’ SF. Dit boek wekt de indruk bovennatuurlijke elementen te bevatten. De personages maken immers kennis met het leven na de dood. Maar het is toch echt science fiction. Meer ga ik er niet van verklappen, maar ik wil nog wel kwijt dat deze auteur helder schrijft en haar personages van emotionele diepgang weet te voorzien.

Super bedankt Johan voor deze top 5 Nederlandstalige sf boeken, nou ja, eigenlijk stiekem top 10, haha! Ik vond het erg leuk om te zien welke boeken je hebt uitgekozen.

Heel veel liefs, Melanie

*** Let op bloggen is een hobby voor mij, ik heb dan ook niemand die mijn teksten na kijkt op spelling want dat zou mij een paar 100 euro in de maand kosten. Ik heb dyslexie, dus de kans is groot dat er hier en daar een spelfoutje in de tekst staat. Ik doe er alles aan om deze te voorkomen, maar helaas is dat niet altijd mogelijk. ***

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *